De geschiedenis van beschuit
Voor particulier gebruik was een ton beschuit in de 16e / 17e eeuw vaak teveel van het goede. Burgers konden kleinere hoeveelheden kopen in de vorm van bijvoorbeeld een achtste deel of een zestiende deel van een ton. Beschuiten werden echter ook per aantal verkocht. Men kocht 150, 25 of 13 beschuiten. Een aantal van 25 beschuiten werd als een vierde deel van 100 stuks, een verndel genoemd. Men kon dus ook een half verndel kopen, wat in Friesland een ‘heal fearn’ werd genoemd. Omdat 12 ½ beschuiten niet verkoopbaar waren, werd dit afgerond op 13 stuks. Dit aantal werd een bakkersdozijn genoemd, een begrip dat wijd verbreid raakte en in Engeland bekend stond als ‘a baker’s dozen’. Het transport van het massaproduct vond plaats per schuit of schip. Dit werd verzorgd niet door de bakkers zelf maar door broodvaarders of ventjagers. Dit konden zowel mannen en jongens als vrouwen en meisjes zijn. In het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem beschikt men over een paneeltje van een onbekende meester waarop een Wormer beschuitvenster is vereeuwigd.
Tonnen en vaten
Tot ver in de 20e eeuw was de houten ton één van de meest gebruikte verpakkingsmaterialen. Tonnen en vaten werden gebruikt voor het vervoer, de opslag en het rijpen van de meest uiteenlopende producten zoals wijn, jenever en bier, haring, boter en palmolie, maar ook beschuit, zuurkool, potas en tabak. Elk soort vat en ton had zijn eigen naam: er waren onder andere voeders, ankers, leggers, rumstukken, boten, okshoofden, trommels en barrels. Lange tijd was de productie van al deze zaken het exclusieve domein van het kuipersgilde. Een pasteltekening van Herman Heyenbrock geeft een goed beeld van kuiperswerkplaats, maar uit een later tijdvak, namelijk rond 1930. Door de komst van gegalvaniseerde ijzeren vaten – en later van kunststof – verdween het houten vat in de 20e eeuw van het toneel en daarmee stierf een kwalitatief hoogwaardig ambacht in ons land snel uit. Houten vaten en tonnen worden vooral nog in wijnstreken buiten Nederland geproduceerd, waarbij het handwerk door machines wordt ondersteund. Na de Tweede Wereldoorlog gingen de fabrikanten over tot standaardisering: een Zwitserse machine die al jaren koekjes in de rol deed, bleek ook geschikt om beschuiten te verpakken. Zo werd de beschuitrol geboren, met steevast dertien stuks.
Beschuitbussen
Beschuit wordt sinds circa 1890 verkocht in beschuitbussen die allengs versierd werden met alom bekende motieven als donkergeel met Oost-Indische kers, crème met het rode Bolletjesfiguurtje, Brabantia oranjebruin of met de personages van de Fabeltjeskrant. In de hoop op een moderne versie van die oer-Hollandse blikken bus schreven de Nederlandse Beschuitbakkers in 1996 een prijsvraag uit. In samenwerking met interieurwinkel Habitat vroegen ze studenten van academies voor beeldende kunsten en vormgeveropleidingen een vernieuwend ontwerp te bedenken. De alternatieve bewaarverpakking moest wel aan een paar eisen voldoen. Er moesten dertien beschuiten in passen (het aantal dat standaard in een rol zit), de nieuwe verpakking moest de beschuiten vers en heel houden, en het ontwerp moest praktisch, duurzaam en betaalbaar zijn.
Ontwerpwedstrijd
Maar liefst 230 studenten stuurden een ontwerp in waarvan er 114 hun idee verder mochten uitwerken. De derde prijs ging naar een ontwerp van een student aan de Technische hogeschool in Delft, die een volkomen platte verpakking had bedacht. Dit ontwerp bestond uit een houten dienblad waarin twee laatjes schuilgaan. In die laatjes liggen dertien beschuiten verzonken, ideaal om ontbijt op bed mee te verzorgen. De tweede prijs ging naar Remko Spaan van de Hogeschool voor de kunsten in Utrecht. Hij bedacht een bus die functioneert als een lippenstift. Aan de onderkant kun je de inhoud naar boven draaien, zodat er steeds een nieuw beschuitje aan de rand verschijnt. De eerste prijs ging naar Jons Jeronimus van de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven. Zijn ontwerp leek veel op de traditionele beschuitbus, maar was niet geheel rond: van bovenaf gezien had de bus de vorm van een druppel. Daardoor ontstond een hoekje waar je net je vinger achter een beschuit kunt krijgen. De bus was gemaakt van aluminium, waarin het woord beschuit in grote letters overdwars is uitgedrukt.