Sint Lucia (13 december)
Inleiding
Lucia werd in 283 in Sicilië (Italië) geboren en door haar rijke ouders gelovig opgevoed. Als jong meisje al beloofde ze God om maagdelijk te blijven.
Haar moeder drong er echter op aan, dat ze zou trouwen. Haar moeder werd echter ernstig ziek maar genas van haar slepende ziekte na Lucia's gebeden. Lucia kreeg daarop de vrije hand om haar leven in te richten zoals ze zelf wilde.
Ze had inmiddels wel al een bruidsschat gekregen en ze besloot dit te verdelen onder de armen.
Haar aanstaande echtgenoot werd woest hierover en deed een boekje open over haar christelijk geloof.
Lucia stierf in 304 de marteldood onder keizer Diocletianus.
De legende wil, dat ze de bruidegom haar ogen aanbood, omdat hij die altijd zo bewonderd had. Op deze manier wordt ze gewoonlijk ook voor gesteld. Omdat haar keel met een zwaard doorboord werd, wordt ze aangeroepen tegen keelziekten. Verder voorkomt ze oorkwalen, bloedingen en stramme nekspieren.
Gebruiken
Het Sint Luciafeest wordt vooral gevierd in de Scandinavische landen, op 13 december om precies te zijn.
De Zweden noemen het ook Klein Joelfeest. Op die dag, twaalf nachten voor Jezus' geboorte, gaat de kerstvrede in. In het Zweedse huisgezin staat op die dag één van de dochters vroeg op.
Ze trekt en witte jurk aan en zet een zelfgevlochten kroontje van ijzerdraad op, dat met groene takjes en bloemen versierd is. Daarna dekt ze de ontbijttafel voor de hele familie: koffie en zelfgebakken saffraanbroodjes.
Ook kaarslicht hoort erbij. Sint Lucia is immers de lichtbrengster (lux=licht).
Na het uitgebreide ontbijt wordt de rest van de dag besteed aan jagen, vissen en/of wandelen met fakkels of lantaarns.
Op school wordt één van de meisjes verkozen tot Sint Lucia.
Men kent er ook de Lussibrud, de in het wit geklede maagd die met een stralenkrans om haar hoofd langs de boerenhoeven trekt als personificatie van het nieuwe jaar.