Graansoorten
Eenkoren en tweekoren
De bedekte granen, eenkoren (Triticum monococcum L.) en tweekoren (Triticum dicoccum L.) vormden samen met gerst de basisgranen van Neolithisch Europa. Vanaf de bronstijd werden ze echter langzaam verdrongen door gerst en tarwe. Eenkoren verdween nagenoeg uit de archeologische en geschreven bronnen uit het Romeinse tijdperk. Tweekoren kwam op dat moment nog sporadisch voor met uitzondering van het zuidwesten van Duitsland, waar het tot de 19e eeuw nog werd verbouwd.
Boekweit
Boekweit is geen graan maar een plant in de categorie van de duizendknoopfamilie. We besteden hier onder het kopje ´graan´ toch aandacht aan deze plant omdat er vroeger ook brood van werd gebakken. Boekweit komt voor het eerst voor in onze nationale archieven van 1390. Omdat het gewas zo weinig mest nodig heeft werd het met name verbouwd door arme boeren die zich geen vee konden permitteren. Boekweit werd daarom ook ´het brood voor de arme gemeente´ genoemd. De verbouw van boekweit verdween eind 19e, begin 20e eeuw met de introductie van kunstmest. Op de arme gronden kon nu ook tarwe worden verbouwd, een gewas dat veel meer opbracht. Boekweit werd met name verbouwd in het oosten van het land en in de Brabantse Kempen. Het was erg gevoelig voor nachtvorst vandaar dat het alleen vebouwd kon worden tussen juni en september.